Oorlogswinter

Door

Jan Terlouw

Informatie over de schrijver;

 

Jan Terlouw is geboren in Kamperveen op 15 november 1931. Hij nog twee broers en twee zusters. Hij groeide op in de Veluwse dorpen Garderen en Wezep, waar zijn vader predikant was.Tijdens de 2e Wereldoorlog woonde Jan in Wezep, een periode die een grote invloed op zijn persoonlijkheid heeft gehad.

 

 

Waarom heb ik dit boek gekozen en wat had ik er van verwacht ;

 

Het boek zag er wel leuk uit en sprak me aan omdat er oorlog in de titel stond. Ik had de achterkant gelezen en ik vond het wel een interessant verhaal. Ik had verwacht dat het boek heel heftig zou zijn maar dat viel wel mee.

 

 

4 Beoordelingswoorden;

 

Spanned: Er gebeurde steeds andere dingen die meestal wel spannend waren.

Interessant: Het is heel interessant om de dingen te bekijken over de oorlog.

Ontroerend: Het is een ontroerende veel omdat er veel in gehuild word en de vader van Michiel gaat dood.

Vlot Verteld: Ze laten maar een klein deel zien in de film. Er gebeurde veel meer dan alleen dat.

 

 

Sammenvating;

 

Michiel woonde in het dorp de Vlank. Hij had een broerje (Jochem), en een zus (Erica). Het dorp, waarvan Michiels vader burgemeester was, lag in het noorden van de Veluwe, dicht bij Zwolle. Maar tussen de Vlank en Zwolle stroomde de IJssel, en dat was erg belangrijk.
Michiel was 11 toen het Duitsland Nederland en België binnenviel. Michiel dacht dat de oorlog een leuke gebeurtenis was en hij hoopte dat de oorlog nog lang door ging.
Maar die gedachte was snel weg. Na 1 dag had Michiel begrepen dat zijn wens een domme wens was en dat de oorlog beter vandaag kon stoppen.
Vier jaar en vijf maanden duurde de oorlog al, Michiel was al 16 en het was steeds erger geworden.
Op een ochtend  kwam hij Dirk Knopper, zijn buurjongen, tegen. Dirk vroeg of hij Michiel onder vier ogen kon spreken. Dirk wou dat hij Michiel kon vertrouwen, dus moest Michiel zweren dat hij er met niemand over zou praten. Dirk trok een ernstig gezicht en zei dat ze die avond met drie man het distributiekantoor in Lagezande gingen overvallen. Lagezande was een dorp op 6 km afstand van de Vlank. Ook zei hij dat als er iets mis zou gaan bij de overval, dat hij een brief, die hij aan Michiel had gegeven, aan Bertus Hardhorend moest geven. Michiel moest de brief zorgvuldig bewaren. Hij legde de brief dus in een leeg leghokje, de vierde van rechts, onder een losse plank zodat niemand hem kon vinden. En voor de zekerheid schreef hij op zijn bed 4r. Hij ging die avond naar buiten en tuurde naar het huis van de buren. Hij wilde net naar huis gaan, toen hij een auto hoorde aankomen. Hij drukte zich dicht tegen de muur aan. De auto reed niet snel, dat kon ook niet met de dunne streepjes licht die uit de verduisterde koplampen kwamen. Er werd hard aan de bel getrokken en tegen de deur aan getrapt, zodat Michiel het goed kon horen. Er was huiszoeking bij de familie Knopper. De vader van Michiel kwam naar buiten en vroeg wat hij daar in vredesnaam deed.
Michiel legde het hele verhaal uit en hij moest op het puntje van zijn tong bijten om zijn vader niet te vertellen over het distributiekantoor in Lagezande en over het briefje dat hij had verstopt.
De volgende dag bleek dat Dirk en zijn mannen waren gesnapt en dat er één hen van was doodgeschoten.
De brief zeurde de hele nacht door Michiels hoofd. Soms droomde hij, soms waakte hij, maar de brief was voortdurend in zijn gedachten. Hij dacht dat de brief Dirk zou kunnen redden.
De volgende dag ging hij op weg met zijn fiets naar Bertus Hardhorend. Maar daar zou hij niet aan toekomen, want onderweg kwam hij Schafter tegen (een man van wie Michiel dacht dat hij iets té goed met de Duitsers overweg kon) en hij kon hem dus niet vertrouwen. Hij verzon een smoes die nogal veel tijd innam, waardoor hij niet meer op tijd bij Bertus Hardhorend kon zijn.
De volgende ochtend fietste Michiel naar Bertus Hardhorend, waar hij zonder enige tegenslag aankwam. Bertus was er niet. Zijn vrouw zei dat de Duitsers hem hadden meegenomen, terwijl hij niks gedaan had.
Michiel fietste terug en ging onderweg tegen een boom aan zitten om alles op een rijtje te zetten. Hij dacht aan verraad. Schafter had misschien gemerkt dat hij die smoes verteld had.
Of misschien had Dirk wel bekend. Als Dirk iets had gezegd over Bertus dan had hij waarschijnlijk ook iets gezegd over de brief. Hij dacht er over na om de brief te lezen. Hij besloot om de brief toch maar te lezen. Hij las de brief en maakte eruit op dat Dirk een Engelse piloot had gevonden en dat hij die in het Dagdaler bos verborgen had in een schuilplaats die hij voor de oorlog had gemaakt. Michiel kreeg de opdracht om de piloot zo goed mogelijk te verzorgen, en dat hij goed moest uitkijken dat hij niet gezien werd. Hij las de brief nog 3 maal en daarna scheurde hij hem in talloze kleine snippertjes. Hij fietste naar mevrouw van de Werf om daar voedsel voor de piloot te halen. Hij kocht voedsel en fietste naar het Dagdaler bos. Hij moest naar het noordoostelijk vak met kleine net aangeplante dennenboompjes. Eenmaal door de dennenboompjes zag hij de schuilplaats en de piloot. Het voedsel smaakte Jack (zo heette de Engelse piloot) goed.
Zo gingen er een paar dagen voorbij, waarbij Michiel Jack elke dag van voedsel moest voorzien. Zijn zusje Erica was erbij betrokken geraakt doordat ze eenmaal in de week Jack van een nieuw verband om zijn schouder moest voorzien.
Op een nacht in november 1944 hebben de Duitsers het lijk van de Duitser gevonden.
Om tien uur die ochtend, raasde een overvalwagen door de Vlank. Met gierende remmen kwam de auto tot stilstand voor het gemeentehuis. Ze hadden tien mensen gegijzeld waaronder ook de vader van Michiel. Er heerste een droevige stemming in het huis van Michiel. Hij wou iets doen, maar kon niet. Toch kon hij iets doen. Hij schreef een briefje naar de commandant waarin stond dat er een andere oorzaak mogelijk was toen de Duitser dood ging: bijvoorbeeld een vallende boom door het onweer van zes weken geleden. Als de dader zich niet binnen 24 uur zou melden werden de gijzelaars dood geschoten. De volgende dag waren er vier van de tien gijzelaars doodgeschoten. Zijn vader was er gelukkig niet bij. Toen hij de volgende ochtend wakker werd, waren alle overgebleven gijzelaars vrijgelaten en zijn vader, de burgemeester, was alsnog doodgeschoten.
De kortste dag kwam, 21 december, kerstmis 1944. Erica had nu voor het eerst het gips van Jack zijn been durven halen, maar zijn schouder was nog niet helemaal genezen. Erica en Jack waren zoveel bij elkaar dat ze verliefd op elkaar geworden waren.
Op een woensdagmiddag maakte Michiel zich klaar om naar Jack te gaan. Hij kwam aan bij het bos, liep door de dennenboompjes, en stond voor de ingang van de schuilplaats. Hij ging naar binnen en zag tot zijn grootste verbazing Dirk liggen. Dirk was ontsnapt aan de Duitsers die hem zolang gemarteld hadden dat hij bijna niet meer kon lopen. Hij moest op transport naar een kamp met een goederentrein. Hij was eruit gesprongen en op zijn laatste krachten hierheen gekomen. Maar het belangrijkste was dat hij niets verraden had. Nu wist hij zeker dat Schafter de verrader moest zijn. Hij had verschillende manieren geprobeerd om Schafter in een hinderlaag te lokken maar Schafter was hem te vlug af.
Dagen, weken gingen voorbij. Jack wou weg uit zijn schuilplaats. En dat gebeurde. Oom Ben zou hem helpen vluchten.
Oom Ben was `s morgens naar de schuilplaats van Jack gegaan om Jack op te halen en hem zo veilig weg te smokkelen.
Michiel lag nog in zijn bed en opeens schoot hem iets te binnen: toen Dirk en hij in het schuurtje stonden om de brief te verstoppen was oom Ben wanhoopshoutjes aan het hakken.
Dus hij zou het gesprek gehoord kunnen hebben. Oom Ben moest de verrader zijn. Michiel fietste snel naar de schuilplaats.
Jack, oom Ben en Erica waren nog in de schuilplaats. Michiel ging naar binnen en vroeg Jack om zijn geweer. Hij richtte het geweer op oom Ben en zei dat oom Ben een verrader was.
Ze zochten zijn zakken door en het bewijs lag er. Ze besloten oom Ben aan de ondergrondse over te leveren. En dat gebeurde de volgende morgen. Oom Ben liep met Michiel die het pistool in z’n nek duwde richting het dorp. Op de hoofdweg aangekomen ontmoetten ze meneer Postma die bij de ondergrontse zat en Dirk heel goed kende. Meneer Postma en Michiel met oom Ben de reis hervatten. Op de hoofdweg stonden 5 munitie wagens. Opeens hoorden ze een Spitfire (jachtvliegtuig) aankomen. Ze doken snel ieder in een eenmansgat en zagen dat de Spitfire weg ging maar later toch nog terugkwam. Michiel was zo afgeleid door die Spitfire dat oom Ben zijn kans greep en er van door ging. Maar op dat moment bombardeerde de Spitfire de munitie wagens waar oom Ben net omheen liep en oom Ben kwam om het leven. Michiel zei dat hij opgelucht was: opgeruimd staat netjes!
Twee dagen later trokken vijf vooruitgeschoven Engelse tanks het dorp binnen. De familie van Beusekom zat net aan de lunch. Moeder zag de tanks het eerst. Ze sprong overeind en harder dan de kinderen ooit van haar hadden gehoord, gilde ze: de bevrijders! Uit alle huizen kwamen mensen naar buiten, die dansten en zongen zoveel als ze maar wilden.
Die dag nog zocht Michiel Schafter op om hem zijn verontschuldigingen aan te bieden. Schafter legde uit dat hij er helemaal niks mee te maken had en dat hij zelf ook Joden in huis had.
Het is enkele maanden later. Op een avond maken Michiel en Dirk een wandelingetje door het dorp. Het gaat langzaam. Dirks rechtervoet zit in het gips. In het ziekenhuis zijn zijn tenen opnieuw gebroken en rechtgezet, deze keer onder narcose. Er is goede hoop dat hij over een jaar weer goed kan lopen.

 

 

Hoofdpersoon uit het boek;

 

Michiel is de hoofdpersoon uit het boek en hij woont in het drop De Vlank waar zijn vader burgemeester van is. Hij komt terecht in de 2e wereld oorlog en vind het eerst helemaal geweldig. De volgende dag merkt Emiel dat de oorlog beter snel kan stoppen. Hij wordt bevriend met een Engelse piloot die is neer gestort en dat is waar alles begint.

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb